Intermitterende katheterisatie is het herhaaldelijk legen van de blaas door een dunne wegwerpkatheter. Het is een eenvoudige methode om de blaas voorzichtig en zonder schadelijke druk te legen. Intermitterende katheterisatie is over het algemeen vier tot zes keer per dag vereist, afhankelijk van de vloeistofinname.
Het gebruik van een wegwerpkatheter voor blaasdrainage moet een aseptisch proces zijn, dat wil zeggen*:
Het gebruik van een urinekatheter voor de blaas moet een aseptisch proces zijn, vooral in het geval van reeds bestaande verlamming van de blaas. Aseptisch betekent dat steriele materialen moeten worden gebruikt, de ingang van de urethra moet worden gewassen, een steriel glijmiddel of een steriele zoutoplossing voor hydrofiele coatings moet worden gebruikt en dat de katheter aseptisch moet worden ingebracht zonder aanraking. Er wordt onderscheid gemaakt tussen (intermitterende) katheterisatie met assistentie van anderen, zoals ouders, familieleden of verpleegkundigen, en zelf-toegediende katheterisatie, die de gebruiker zelf toepast. Let op: een katheter mag slechts één keer worden gebruikt.
Dit is afhankelijk van de dagelijkse vloeistofinname aangezien deze bepalend is voor de dagelijkse hoeveelheid uitgescheiden urine. Bij gebruik van intermitterende katheterisatie wordt de blaas normaal gesproken 4-6 keer per dag geleegd.
In het begin kan de katheterisatie worden gedaan door een schema te volgen. Na enige ervaring weet de gebruiker wanneer de blaas geleegd moet worden.
De hier verstrekte informatie vervangt in geen geval het advies van een voorschrijver en het aandachtig lezen van de gebruiksaanwijzing.
(*) EAUN-richtlijnen "Urethrale intermitterende katheterisatie bij volwassenen", 2013
MCI-2021-0357